Vlees eten door de eeuwen heen

Geplaatst op

Stichting Culinair Erfgoed van de Lage Landen (CELL) organiseert op 3 oktober 2019, samen met Universiteit Utrecht afdeling dierwetenschappen, een middag over vlees eten. Hoe we het deden en waar het naar toe gaat met de veehouderij. Er is een zestal boeiende sprekers die alle aspecten van geschiedenis en toekomst de revue laten passeren:

Merit Hondelink, archeologe, is zeer geïnteresseerd in voedsel. Zij bespreekt prehistorie tot pakweg de Middeleeuwen. Christianne Muusers, culinair historica, de geschiedenis tot gisteren.
Bas Rodenburg en Saskia Arndt over de toekomstige veehouderij en dierenwelzijn – met een korte rondleiding door de proefboerderij van de universiteit.
Floris de Graad, directeur Vegetariërsbond, spreekt uiteraard over niet-vlees eten en tenslotte
Nel Schellekens, de Van-Kop-Tot-Kont-Kok, mag afsluiten op de haar geëigende manier. En ze laat uiteraard wat proeven.

Het Nederlands Openluchtmuseum wist onlangs in de PR campagne voor haar thema Gruwelijk Lekker nog Nieuwsuur te halen met de mededeling dat we hier vroeger ook hond aten. Merit Hondelink zegt daarover: als je honger hebt, eet je alles.

Het hele programma staat hier:  http://www.stichtingcell.nl/vlees-eten-door-de-eeuwen-heen/  en via deze link kan je ook een ticket boeken voor €55.

Over CELL
Stichting Culinair Erfgoed van de Lage Landen (CELL) is in 2013 opgericht door Dutch Cuisine ambassadeur Norbert Mergen omdat er behoefte was aan een koepel voor promotie van culinair erfgoed en financiering van onderzoek. Dat is geen eenvoudige zaak gebleken. Het ministerie van OCW verwees voor uitvoering van haar beleid door naar Nederlands Centrum voor Volkscultuur (opgevolgd door Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed) dat vervolgens stelde dat culinair niet voorkomt in de richtlijnen van het ministerie. Het Prins Bernard Cultuurfonds verstrekt geen subsidie voor Vlees Eten door de Eeuwen Heen “omdat het project niet of onvoldoende past binnen de richtlijnen […]”. Kortom, men her- of erkent eetcultuur niet en ontkent daarmee de maatschappelijke relevantie. Dat is jammer, want ‘Der Mensch ist, was er isst’, zoals de Duitsers zeggen. Andere fondsen hebben wel geld over voor een volksfeest(je), maar niet voor onderzoek. De Nederlandse culinair historici zijn autodidact en financieren alles met eigen middelen. Een structuur of samenhangend verband ontbreekt. Elders wordt Culinaire Geschiedenis wel serieus genomen. In België kent de Vrije Universiteit Brussel een interfaculteit FOST (social & cultural food studies) en de Universiteit van Leuven het Centrum Agrarische Geschiedenis. De Academie voor de Streekgebonden Gastronomie is daar een fenomeen. CELL wil met deze middag een signaal geven en de aandacht vestigen op het belang van ons eetverleden.