Bij wild denken we vooral aan de Veluwe maar ook Brabant mag er wezen. In Noord-Brabant komt vooral kleinwild voor, naast wildzwijn en ree die tot het grootwild behoren. Denk daarbij aan haas, konijn en fazant. In West-Brabant vormen de dorpen Nieuw-Vossemeer en Steenbergen, de meest westelijke punt van Noord-Brabant de entourage voor de roman Merijntje Gijzen’s Jeugd uit 1925 door A.M. de Jong. Hierin worden de hoofdrollen naast Merijntje vervult door de landloper Flierefluiter en de ruwe stroper De Kruik, die strikken legt voor het vangen van fazanten en overig kleinwild. Samen boezjeneerden (dialect voor rondzwerven) ze door de ruigte. Er is daar een mooie fiets- en wandelroute uitgezet. Mispels bogerde (jatte) Merijntje in de pastorietuin, hmm, heerlijk bij al dat wild.
Even verderop aan het hof van Willem van Oranje in Breda werden in de 16de eeuw naast grofwild, hazen en konijnen ook veel gevogelte gegeten zoals snippen, plevieren, lijsters, duiven, fazanten en wilde eenden en roerdompen uit de Biesbosch. De fazant werd hier gefokt werd om door de adel geschoten te worden of met valkeniers bejaagd en opgegeten te worden tijdens het Bourgondische Feest van de Fazant. De fazant verdween van de dis en werd vervangen door kleinere jachtvogels: kwartel en patrijs. Door de graanveld verwijderende Mansholtpolitiek in de jaren ’70 verdwenen ten behoeve van de grootschalige varkensfokkerijen ook kwartel en patrijs. Zo werd toch weer de fazant de culinaire vogel bij uitstek. Jaarrond Bourgondisch dineren met wild, het kan al eeuwen in Brabant, en gelukkig nog steeds!!
Kijk op www.jagersvereniging.nl/wildopdekaart welk wild er wanneer beschikbaar is.